Mond dicht en luisteren

door joost

De Remonstrantse predikanten Joost Röselaers en Tjaard Barnard deden in NRC een sympathieke oproep. Warmte en betrokkenheid zou oudere mensen minder snel op de gedachte van ‘voltooid leven’ brengen. Meer naastenliefde zou zorgen voor minder euthanasiasme. Een geestige woordspeling, maar is zo’n pastorale reactie op de liberale Waardig Levenseinde-ideeën geen gemakkelijk gezalf vanaf de kansel? Hoezo, rust en geduld opbrengen in een overhaaste wereld vol luidruchtige consumptie? Waarin de omgeving van de lijdende mens evenzeer lijkt te lijden omdat ze het lijden van vader, moeder of partner niet kan aanzien? Dan is de gedachte aan ‘een spuitje’ toch dichtbij? Zo bezien is een beroep op liefde toch loos domineesgekwezel? En als het al een oplossing zou zijn: ‘Hoe dan?!.

Als masterstudent Spiritual Care deed ik dit jaar een stage geestelijke verzorging. Ik voerde gesprekken met ouderen. Die duurden gemiddeld twee uur. Daarin had ik een wonderlijke ervaring. Ik sprak tweemaal met een zelfstandig levende, heldere vrouw van halverwege de tachtig.  Zij maakte zich grote zorgen. Hardop vroeg ze zich af of zij nog verder wil leven wanneer zij minder mobiel zal zijn en afhankelijk van de zorg van anderen. Zodra zich dat voordoet wil ze euthanasie. Waar haar arts niet aan wil meewerken, want dat is geen uitzichtloos lijden. Waardoor ze zich nog meer zorgen begon te maken en zich heeft gemeld bij de Levenseindekliniek, die haar nu niet kan helpen. Na ons eerste gesprek zei ze in de gang: ’Ik ben er van opgeknapt. Op deze manier wil ik nog wel een paar jaar verder. Kom je nog een keer terug?’

Uitnodiging om menselijk te zijn

In het tweede gesprek vertelde ze: ‘Bij jou kan ik menselijk zijn. Je hebt pijnlijke plekken geraakt en die heb ik lopen uitdenken. Ik heb dingen onder ogen gekregen die ik in de puntjes van mijn schoenen gestopt had. Het is prettig als iemand naar je luistert en je warmte biedt.’  Deze vrouw, met een euthanasieverklaring op zak, voelt zich uitgenodigd om ‘menselijk’ te zijn. Zegt dat het niet erg is dat bij haar ‘pijnlijke plekken’ geraakt zijn. Integendeel, ze voelt zich ‘opgeknapt’.

Ongedeelde aandacht en onvoorwaardelijk acceptatie zijn de sleutels om mensen te bereiken en bij te staan. Daarmee creëer je het vertrouwen dat nodig is om vrijuit te durven spreken. Zo kan een vrije ruimte ontstaan waarin in alle rust de eigen ziel wordt onderzocht. Werkelijk aanwezig zijn is een voorwaarde. Kort gezegd, je mond houden en luisteren. Misschien is dat ‘warmte en betrokkenheid’ in de praktijk?

Wie zit er nog op me te wachten?

We hebben allemaal behoefte aan aandacht. Maar hoe ouder hoe lastiger de aandacht te krijgen die je nodig hebt. Je omgeving valt weg, je begint over te blijven. Dan kun je je zomaar overbodig gaan voelen. Want wie zit er nog op je te wachten? Voeg daar bij dat veel oudere mensen anderen – en zeker jongeren, bijvoorbeeld je kinderen – liever niet lastig willen vallen (‘Die hebben al genoeg aan hun hoofd’) en je begrijpt dat ouderen sociaal geïsoleerd raken. Eenzaamheid, je afgesloten voelen van je omgeving, is een vorm van lijden – waarbij de gedachte aan dat verlossende spuitje zomaar op kan komen, evengoed bij de oudere als bij diens omgeving.

Iedereen heeft het nodig om er te mogen zijn. Van kinderen begrijpen we dat. Aandacht is de sleutel in opvoeding en onderwijs. Dat geldt evengoed voor mensen in hun laatste levensjaren. Zo lang je leeft wil je gezien en gehoord worden. Ook al lever je misschien geen grote sociale bijdrage meer en heb je geen economisch nut (behalve belasting betalen). Gewoon omdat je een mens bent. En ja, aandacht geven kost tijd en kost dus geld. De vraag is: Wat hebben we over voor onze ouders?

gepubliceerd op 20 september 2017